Bjorn Gort illustratie
  • ILLUSTRATION
  • LIGHTBOX
  • Sketchbook
  • Column
  • INFO

Mijn Eerste Litteken

27/1/2017

1 Comment

 
Als wieler’broekie’ heb ik nog geen geschoren benen en een huid die zo wit is als een emmer latex van de Gamma. Het aantal kilometers dat ik per rit maak is nog altijd met twee cijfers vast te leggen en mijn helm (nuon-geel) matcht totaal niet met mijn zwarte wielershirt. De hoogste berg die ik op ben gefietst is het viaduct aan het einde van mijn straat van welgeteld 157 meter, maar toch weet ik dat ik een rasechte klimmer ben. Dat moet haast wel als je net zo breed bent als het frame waar je op fietst. Sterker nog, als je vanuit de juiste hoek kijkt dan zie je enkel een lijn. 

Een voordeel als beginnend wielrenner is dat ik, ondanks mijn lange trainingsritten, nog nooit een lekke band heb gehad. Althans, niet op mijn nieuwe racefiets. Ik ben namelijk ook nog hipster genoeg om rond te fietsen op een ‘retro’ racefiets waar meer roest op zit dan lak en de ketting droger is dan gort (ja inderdaad). En omdat beide banden in de natte herfst helemaal leeg waren gelopen (en misschien ook omdat de binnenband zich langzaam door de buitenband probeerde te wurmen), leek het mij een goed plan om er eens nieuwe banden op te zetten. 
Twee verse, glimmende buitenbanden en twee gladde binnenbanden. Tel het aantal banden bij elkaar op en je hebt het aantal uur dat ik bezig ben geweest om die klotedingen om mijn wielen heen te krijgen. Ergens middernacht heb ik, net zo leeg als de oude banden, mijn bed opgezocht om net zo snel weer op te staan voor een testritje richting mijn atelier.

Met de vluchtig gesmeerde boterham nog tussen mijn kiezen voelde ik de bandenspanning in de hoop dat ze niet leeg waren gelopen en sprong ik op de fiets. 4,2 km, de afstand van mijn huis naar mijn atelier. Een afstand waarvan ik als wielrenner niet van onder de indruk ben, zeker nu mijn oude fiets nieuwe banden heeft.
Ik begin de rit wat voorzichtig, de nieuwe banden wat testen en het gevoel op de weg vinden. Maar zodra ik mijn straat uit ben geef ik vol gas. De auto’s achter me weet ik voor te blijven (ja, het is een 30 km\h uur straat) en bij het eerste stoplicht weet ik nog net door oranje te flitsen. 
De euforie, voldoening en adrenaline die ik ervaar is ongekend, maar slecht van korte duur. Bij het tweede stoplicht wacht ik geduldig, maar lang tot het stoplicht van kleur veranderd. Ik positioneer mijn rechtervoet wat beter in het pedaal en zet mijn handen in de beugels.

Ready. Set. (On your face.)

Wanneer het licht op groen springt zet ik me af tegen het asfalt en gooi ik mijn gewicht naar voren.
Het enige probleem was echter dat mijn fiets weinig zin had om zich voorwaarts te verplaatsen.
​Die mooie, glimmende achterbanden zaten perfect om te velg, maar de velg zat niet zo goed in zijn (s)as. Op het moment dat ik kracht zette besloot mijn achterwiel zich in het frame te nestelen. Terwijl ik mijn volle gewicht naar voren gooide bleef mijn fiets staan, waardoor ik met mach drie gelanceerd werd. In slow-motion kon ik de details van mijn voorwiel nog zien, waarna ik het asfalt kuste.

De stilte en verbazing werd al snel wat gelach aan de andere kant van het drukke kruispunt. In de lange rij auto’s die ik op hield vanwege mijn val hoorde ik wat getoeter. Een vriendelijke vrouw schoot mij te hulp en ik sleepte mijn fiets naar de stoep waar ik de schade checkte. Ik bedankte de vrouw vriendelijk voor haar hulp en strompelde huiswaarts.

Door het gat in mijn broek zag ik de schaafwond op mijn knie en ik wist meteen dat mijn eerste litteken door toedoen van een fiets geboren was. Ik liet de wond behandelen en trok direct een korte broek aan. Met drie graden onder nul liep ik over straat om de schade aan iedereen te tonen.
Want wat is een wielrenner zonder littekens op zijn knie.
Picture
1 Comment
All images © 2016 Bjorn Gort. Do NOT use without permission.
  • ILLUSTRATION
  • LIGHTBOX
  • Sketchbook
  • Column
  • INFO